Bereik meer met de juiste content, passend bij elk platform

Bereik meer met de juiste content, passend bij elk platform

Het slechte nieuws is: je website is niet meer het middelpunt van je marketing. Zo, dat is eruit. Google stuurt steeds minder verkeer door, socialmedia-platformen tonen posts met uitgaande links minder en mensen klikken liever niet naar content buiten het platform waar ze zich op dat moment bevinden. En dan hebben we het nog niet gehad over hoe AI veel content onnodig lijkt te maken. Hoe bereiken we dan nog onze potentiële klanten?

In ‘Het Contentkanon‘ (affiliate) legt Chantal Smink uit hoe we contentmarketing slim, efficiënt en effectief in kunnen zetten om (B2B) klanten aan te trekken.

Het draait om de klant

We weten natuurlijk allang dat onze marketingcommunicatie om onze potentiële klanten moet draaien, maar doen we dat ook echt? Of laten we AI gissen naar wie onze potentiële klanten zijn, omdat het zo lekker snel is, zonder met onze echte klanten te praten? Vertellen we niet nog steeds teveel vanuit onszelf en over onszelf, zonder goed te bedenken waar onze klanten op zitten te wachten?

Kijk, er is al jaren sprake van een content overload en dat is alleen maar erger aan het worden door het gemak waarmee we met behulp van AI content kunnen produceren. Je herkent zelf vast ook wel dat je niet meer alles op socials wil lezen en dat je niet meer elke link aanklikt die je tegenkomt. Content moet uniek en waardevol zijn en het moet in een behoefte voorzien.

Om erachter te komen wat voor jouw klant belangrijk is, gebruik je de QPAFFCGMIM-methode. QPAFFCGMIM staat voor Questions, Problems, Alternatives, Fears, Frustrations, Concerns, Goals, Mythes, Interests en Misunderstandings. Dat klinkt als veel en overweldigend, maar het gaat er vooral om dat je de informatie hebt, zodat je daarna kunt kiezen welke je wil en kunt gebruiken om content over te maken, zodat je potentiële klanten kunt helpen. Ofwel: je maakt hiermee betere helpful content.

Proactieve en reactieve content moeten hand in hand gaan

Je hoeft niet te kiezen tussen platformen en je website, je moet er vooral voor zorgen dat ze op elkaar aansluiten.

Je hebt een combinatie nodig van proactieve content, dat je deelt op de platformen waar je potentiële klanten zich bevinden, en reactieve content, dat vindbaar is via zoekmachines en AI en op je website terug te vinden is. Op die manier kan er aan je klanten bevestigd worden dat ze bij jou aan het juiste adres zijn.

Kort door de bocht gezegd gaat het om drie elementen:

  1. Je bedrijf en de content moeten zijn op de platformen waar je potentiële klanten ook zijn.
  2. Je hebt video nodig om beter terug te komen in Google en in AI-overviews of AI-antwoorden.
  3. Je website moet bevestigen wat mensen al van je gezien hebben op andere platformen.

Maar hoe zorg je dan voor de juiste content, passend bij het platform? Bij voorkeur zonder er teveel tijd aan kwijt te zijn. Daarover heb ik twee keer goed nieuws:

  1. Kwaliteit wordt steeds belangrijker, kwantiteit kan schadelijk zijn.
  2. Met het boeken AI-tools, maak je gemakkelijk van één onderwerp verschillende contentvormen voor diverse platformen en doeleinden.

Appeltaart eten op Chersonissos

Er zit genoeg zoekvolume op appeltaart of appeltaartrecepten. Maar dus ook net zoveel concurrentie. Het is dus lastig om nog bezoek te trekken met content over appeltaart. Tenzij je zorgt voor een unieke insteek die opvalt, die anders is, die iets extra’s toevoegt.

Zoals een artikel over appeltaart eten op Chersonissos. Daar heeft namelijk nog niemand over geschreven, dus dat valt op.

Appeltaart op het strandMoet je wel wat van Chersonissos weten. Er minimaal een keer geweest zijn. Anders kom je niet verder dan het overtikken van een menu van een Nederlands restaurant op Chersonissos en het herhalen van recensies daarover van anderen. Zeg maar, dat wat AI ook doet.

Dat is lekker makkelijk content maken, maar het is niet nieuw en niemand heeft er wat aan. Voor wie is het dan nog nuttig, wil het lezen, laat staan op een link klikken?

Daar is iets anders voor nodig: een expert.

Een telefoon en microfoon, meer heb je niet nodig. Nou ja, het mooiste is als je twee telefoons hebt en twee microfoons. En statieven om de telefoons mee op hun plek te kunnen zetten.

Maar dit is wel waar alles mee start: een video van of met een expert. Dat kan een interne expert zijn binnen het bedrijf, of een expert van buiten. De expert heb je nodig om Chersonissosjes te voorkomen. De expert herhaalt immers niet wat er elders op het web al te vinden is, maar vertelt juist vanuit eigen expertise.

Dat heeft twee voordelen:

  1. Het is unieke content.
  2. Het verhoogt de status en reputatie van de website, de expertise en authoriteit uit Google’s EEAT.

Neem je het interview met een expert op video op? Dan heb je de munitie en het lont voor een contentkanon. Vanuit één stuk content kun je, met behulp van AI-tools, kanaaloverstijgend werken en proactieve en reactieve content perfect op elkaar aan laten sluiten.

  • Plaats de video op YouTube.
  • Maak er een artikel van voor de website.
  • Gebruik onderdelen om er vier of vijf LinkedIn-posts, inclusief videosnippets van te maken.
  • Publiceer het als podcast.

Op deze manier heb je native content voor op de platformen, waarmee het meteen een zero-click aanpak is, omdat mensen niet verder hoeven te klikken. Daarnaast kun je precies uitzoeken welke soort content je voor welk platform wil gebruiken, zoals meerdere korte video’s én tekst voor social media, de podcast voor wie graag onderweg luistert, een diepgaander artikel voor je website, praktische informatie voor een e-mail of nieuwsbrief en later kun je meerdere interviews bundelen tot een e-book.

Belangrijk is wel dat je de content telkens zo bewerkt, dat het geschikt is voor het platform waar je het op wil publiceren. Op LinkedIn heb je een inspirerende scrollstopper nodig, terwijl je website vooral duidelijkheid moet bieden en voor bevestiging moet zorgen. Op TikTok of YouTube Shorts moet een verticale video geheel op zichzelf kunnen staan, terwijl je op LinkedIn en zelfs op Instagram juist nog tekst en dus context toe kunt voegen. Dit betekent dat je niet klakkeloos de content overal moet delen, maar eerst na moet denken welk deel je op welke manier waar publiceert om er het meeste voordeel uit te halen.

Het Contentkanon voor B2B-contentmarketing

‘Het Contentkanon’ is in de basis geschreven voor B2C-contentmarketing, maar kent voldoende voorbeelden uit de B2C-marketingcommunicatie om ook zeer bruikbaar te zijn in een B2C-context.

Accepteer cookies

Het boek leest prettig en soepel. Het zet je meteen aan het denken hoe je de contentmarketing vanaf nu kunt aanpakken. Het is daarmee nuttig en inspirerend tegelijkertijd. Dat maakt niet alleen het lezen leuk, maar zorgt er ook voor dat je het als vanzelf implementeert. Sterker nog, deze recensie heeft even op zich laten wachten, omdat ik tijdens het lezen voor mijzelf aan de slag ging met wat ideeën die ik gaandeweg opdeed. Dat is voor mij wel een unicum.

‘Het Contentkanon’ is zo’n boek dat je aan iedereen aan wil raden. Het is ook een boek waarvan je niet wil dat je concurrenten het lezen. Ben je nu benieuwd geworden naar dit boek? Je vindt ‘m op Managementboek.nl (affiliate).

Blog