Verandering in bestaande zorgparadigma’s met health2.0

0

De visie van health2.0 is dat het gedachtegoed van zorg2.0 de gezondheidszorg beter kan maken. De beter geïnformeerde en zelfmanagende patiënt zal zijn empowerment gebruiken om de zorg meer rondom hem gecentreerd te krijgen. Of nog sterker: health2.0 biedt de mogelijkheid te groeien naar collaborative care, iets wat net een stap verder lijkt te gaan dan de zorgketen. Echter deze vorm van zorg in een netwerk vereist veranderingen in zorparadigma’s. ICT-toepassingen zijn hierbij een belangrijke hefboom, maar inzicht in de denkramen in de gezondheidszorg helpen in het veranderproces.

Vier paradigma’s in de zorg

Ook al gaat elk abstract model mank op de totale overeenkomst met de werkelijkheid, desalniettemin biedt een model van Dan Rasmus (één van de visionairs bij Microsoft achter The New World of Work) aanknopingspunten. De door hem benoemde assen bieden inzicht in bestaande paradigma’s in de gezondheidszorg. Rasmus gaat uit van de volgende twee assen:

  • Organisatievorm: gecentraliseerd / topdown versus decentraal / bottom-up
  • Vorm van organiseren: begrensd / lokaal georiënteerd versus zonder grenzen / wereld georiënteerd

Op basis hiervan zie ik vier grof te schetsen extremen zorgparadigma’s:

1. Het paradigma van de grote zorgconcerns
In dit paradigma staan fusies, planning-control-cycli, topdown georiënteerde bedrijfsstructuren en vele indicatoren centraal. Dit paradigma lijkt vooral het denkkader van zorgbesturen en wet- & regelgevers. Zo vindt in de zorg nog steeds een fusiegolf plaats. Grote zorgconcerns ontstaan, waarbij sterk getrapte organisatiestructuren worden gecreëerd. Tegelijkertijd blijft de zorg overspoeld worden met nieuwe en verdergaande indicatoren. Het meten-om-het-meten lijkt sterker en irritanter dan dat er daadwerkelijk ook iets wordt geweten.

2. Het paradigma van de vakgroepen
Kenmerkend voor de zorg is de moeilijkheid van samenwerking tussen zorginstellingen en binnen zorginstellingen. Medische disciplines zijn in zichzelf gekeerd en geven niet graag autonomie uit handen. Zo zijn de voorbeelden legio waar de ene medisch specialist nauwelijks wil samenwerken met zijn collega uit een ander specialisme. Binnen het specialisme vindt daarnaast een hiërarchische topdown sturing plaats waarbij lang zittende artsen meer te zeggen hebben dan net begonnen collega’s, laat staan arts-assistenten of co-assistenten.

3. Het paradigma van de 1-op-1-zorgrelatie
De mantelzorg, de huisarts, de medisch specialist, de thuiszorgmedewerker etc. richten zich individueel op de ene patiënt. In dit paradigma werken zij onafhankelijk (en mogelijk tegen elkaar in). De patiënt is hierbij wel de bottom-up zorgvrager, maar er wordt nauwelijks gekeken naar het zorgnetwerk waarin de patiënt zich bevindt. Ook vindt onvoldoende afstemming plaats. Dit is typisch een denkkader waarin bijvoorbeeld een mantelzorger wel voor de ene persoon in de straat zorgt, maar geen afstemming laat plaatsvinden met de behoeften van een buurman die ook een eigen mantelzorger heeft. Mantelzorgers delen hierbij niet hun taken, waardoor eerder overbelasting kan ontstaan.

4. Het paradigma van het zorgnetwerk
Niet verwonderlijk, maar in dit paradigma staat health2.0 centraal. Vanuit een netwerkgedachte wordt vanuit / door de patiënt zelf zijn zorg gearrangeerd. Hij of zijn naasten werken bottom-up richting de verschillende zorgorganisaties, waarbij met en tussen hen afstemming plaatsvindt, over de grenzen van de zorgorganisaties heen. Cocreatie, conversatie, informatiedeling en openheid vormen centrale begrippen. Het gemeenschappelijke doel ‘de zorg en gezondheid van de mens patiënt’ is leidend.

Elk paradigma is waar, synergie er tussen biedt uitkomst

Het is niet zo dat elk hier beschreven paradigma alleen op zichzelf kan bestaan. De paradigma’s kunnen namelijk ook in één organisatie aanwezig zijn. In menig ziekenhuis wordt namelijk gewerkt aan steeds meer indicatoren (1), is er nog duidelijke functiescheiding tussen poliklinieken (2), wordt de zorg alleen als iets van de ene medisch specialist met die ene patiënt gezien (3) en wisselt de patiënt via fora en community’s ervaringen met zijn netwerk uit (4). Elk paradigma is daarmee waar.

Het is ook niet zo dat één paradigma per definitie beter is dan het andere. In een spoedeisende situatie is het gelukkig dat er een duidelijke hiërarchische taakverdeling is. Crowdsourcing via een wiki zou in een acute situatie de zorg niet ten goede komen. Toch?

Wel is het paradigma van health2.0 relatief nieuw. Dit paradigma kan, mijns inziens, de synergie tussen de andere paradigma’s creëren. Immers in het paradigma van topdown-lokaal-georiënteerde-zorg wordt naarstig gezocht naar nieuwe vormen van samenwerking, omdat de patiënt niet meer tot de beperking van één specialisme behoort. In het paradigma van de grote zorgconcerns komt men er langzaam achter dat indicatoren weinig zeggen en nauwelijks sturing opleveren (laat staan dat de patiënt er op zat te wachten). En in het lokaal-topdown-paradigma ontstaan door beperkt afstemming vaak hoge kosten. Op eerder benoemde kansgebieden kan vanuit het health2.0-paradigma gewerkt worden aan de verbetering in deze andere paradigma’s. Een shift in paradigma biedt dus mogelijkheden.

Veranderen met kennis van de paradigma’s
De paradigmaverandering vraagt niet alleen om de aanwezige innovatie kracht van ict-gerelateerde zorg. Het vraagt naast techniek ook de volle aandacht voor mensen en organisaties.

Hierbij helpen de paradigma’s. De kennis van deze paradigma’s biedt namelijk houvast voor het veranderingstraject van mens en organisatie. Door bewust te zijn van het denkkader waarin de verschillende stakeholders zitten, kan effectief de verandering van zorgverlener gerichte zorg, naar patiënt-gecentreerde zorg, naar uiteindelijk cocreërende zorgnetwerken gerealiseerd worden.

Op basis van de paradigma’s zijn voor een dergelijke verandering een aantal tips te geven:

  • Benoem het vergezicht waaraan gewerkt gaat worden.
    Welk collectieve 2.0-ambitie hebben de mensen in de organisatie voor ogen? Vanuit deze visie kan in stappen worden teruggeredeneerd. Dit lange termijn perspectief wordt gewaardeerd binnen het paradigma van de zorgbestuurders.
  • Leg de gedeelde waarden in de organisatie bloot en bekrachtig deze met de mensen in de organisatie.
    Matthieu Weggeman beschreef al in het managementboek van het jaar dat je aan professionals niet kan leiding geven, maar dat je ze wel kan binden.
  • Zoek de verbinding met bestaande bestuursthema’s, zoals efficiency, kwaliteit, veiligheid, financiering, resultaat en positionering.
  • Zoek de katalysatoren en winnaars in de organisatie, en verbind.
    Binnen de organisatie zijn veelal mensen aanwezig die decentraal, informatiedelend, open, etc. (2.0-denkend) werken, maar niet binnen bestaande structuren opvallen. Door hen te koppelen aan ‘winnaars’ (zij die ideeën kunnen realiseren) ontstaat er de dynamiek voor de 2.0-verandering.
  • Focus in eerste instantie op de procesmomenten waar samenwerking, cocreatie en informatiedeling vitaal zijn voor het slagen van het proces.
    Op deze procesmomenten staan de silo’s uit het lokaalgeoriënteerde paradigma al onder druk en kan gewerkt worden aan benodigde verbetering.
  • Verander niet alleen het denkkader van de stakeholders, maar voer veranderingen ook door in ontwikkeling- en beloningsbeleid.
    In topdown georiënteerde organisaties is de beloningsstructuur nog steeds van grote waarde voor de aanwezige medewerkers, terwijl in een bottom-up paradigma het ontwikkelingsbeleid meer waarde krijgt.
  • Behoud bestaande besluitvormingsstructuren in ere, maar ondersteun deze met 2.0-georiënteerde processen en technieken.
    Wanneer bijvoorbeeld voor een strategietraject een wiki wordt ingezet is het belangrijk niet de gehele organisatie te herdefiniëren, maar juist de wiki te gebruiken als kennismaking met een mogelijke nieuwe strategie.

Met Health2.0 op zoek naar de ‘sweet spot’.

Zoals eerder aangegeven is health2.0 niet in alle situaties het beste paradigma, tegelijkertijd biedt health2.0 vele kansen voor de noodzakelijke verbetering van de zorg. Het is dan ook, zoals Brafman en Beckstrom beschrijven, ‘de zoektocht naar de sweet spot’ in de zorg. Deze ideale positie is in hun ogen de plek tussen decentrale en centrale organisatie. In de gezondheidszorg ligt deze plek ook in het verschiet. Door de kennis van de paradigma’s, de health2.0-visie en door samenwerking wordt deze gevonden. Welke verandertips hebben jullie voor de verandering van bestaande paradigma’s?

Martijn Hulst is health2.0-adviseur bij full-service internetbureau Tam Tam en organisatieadviesbureau Hutspot. Daarnaast is hij mede-initiatiefnemer van Nexthealth en blogt hij met regelmaat op zijn eigen weblog.