Met internet ga ik niet concurreren

0

Een tijdje terug wist mijn lieftallige vriendin mij te overtuigen van het feit dat ze per direct een super-de-luxe stoomstrijkijzer nodig had. Waarom weet ik niet. Ik was toch altijd diegene die wekelijks de berg strijk deed slinken? Maar goed, haar blauwe kijkers deden mijn hart smelten en natuurlijk gaf ik toe.

Gezamenlijk zetelden wij ons achter het wereld wijde web en speurden de uithoeken af naar de goedkoopste deal. Het door haar aanbeden model werd voor de spotprijs van 270 euri aangeboden. Ellende was wel dat er een levertijd op zat van 5 werkdagen. En ze had het per direct nodig!

Niet getreurd. Vol goede moed reisden wij af naar de plaatselijke Harense Smid. Precies het zelfde model was ook daar verkrijgbaar. Alleen duurder. Voor 330 euro was het apparaat voor ons. Na verschillende malen rond de etalagekast heen gelopen te zijn, liep het kwijl zo zoetjes aan over onze onderkinnen. Al snel werden we dan ook lastig gevallen door een bebrilde verkoper.

Vol plezier wist hij alle toeters en bellen van het toestel op te sommen. Hoefde niet, wij waren immers al lang overtuigd. Maar goed, iemand moet de kans krijgen om zijn professie uit te oefenen. Een klein struikelblokje stond er nog tussen ons in. De prijs. Waarom moest ik immers 60 euro meer betalen? Ik hoefde nog niet eens precies dezelfde prijs te krijgen, zijn door de strot geduwde verkooppraat – aka service – was mij ook wat waard. Maar het verschil was nu simpelweg te groot.

Ik liet de verkoper weten dat ik het stoomstrijkijzer graag wilde kopen. Maar niet voor de door hem gevraagde prijs. Ik legde hem uit dat ik hetzelfde toestel voor een veel lager bedrag ook via internet kon verkrijgen. Het leek alsof de verkoper ontplofte. Zwaar gefrustreerd snauwde hij ons toe dat hij met internet niet ging concurreren en beende over de flos weg. Mij en een teleurgestelde vriendin achterlatend.

Rond de kerstdagen viel mijn blik op de column “Why Google defines the new digital economy” in de Guardian van Jeff Jarvis. Een alinea in zijn verhaal deed mij terugdenken aan bovenstaand voorval.

“Who wants to be in the business of stuff any more – building cars, printing newspapers, selling CDs, growing food? Owning and controlling stuff was the basis of most business. And the reflexive response to a collapse in finance and equities used to be to return to the real: buy property. No more. Now the best retreat is to the value of knowledge.”

Het deed mij ook nadenken over “the business of stuff” om mij heen. Het einde van 2008 was ronduit deprimerend. Wat zal 2009 ons brengen. Winnen de gratis nullen en enen of zijn de oude grootmachten in staat om het geweld van het internet te trotseren?

PS1. Voor de geïnteresseerden onder u. Ik heb het stoomstrijkijzer diezelfde dag nog via internet besteld. Het werd ons twee werkdagen later thuisbezorgd.

PS2. Eind januari brengt Jeff Jarvis zijn boek “What would Google do?” uit. Bij voorbaat al een aanrader.

Sander Duivestein is senior-consultant bij ViNT (Verkenningsinstituut Nieuwe Technologie), het onderzoeksinstituut van Sogeti Group en co-auteur van het boek ‘Me the Media‘, een boek over de revolutie in media.