Nederlanders vs. Belgen: 7 belangrijke levenslessen [die jullie mij leerden]
Een paar maanden terug keek ik met groeiende verbazing naar mijn scherm. De reden? Eén van mijn eigen artikelen op Frankwatching. Het taalverschil tussen Vlaanderen en Nederland is blijkbaar een thema waar velen een mening over hebben. Wat ik daarvan leerde, deel ik in een nieuw artikel.
Goed, artikelen schrijven doe ik vaker. Zo vaak zelfs dat ik in het Frankwatching Jaaroverzicht op plaats 7 van de meest gelezen auteurs van 2020 werd geplaatst. Maar nog niet eerder lokte een artikel van mijn hand zoveel reacties uit.
Uit de commentaren van mijn lezers leerde ik zowaar 7 levenslessen die Nederlanders in België (en Belgen in Nederland) goed van pas kunnen komen.
Les 1. In België wordt kots verhuurd
Henk van Anker deelde een interessant feitje over het kot, oftewel dat wat in Nederland een studentenkamer wordt genoemd:
Wist je dat “kot” een écht Belgisch woord is? De Franstalige Belgen gebruiken dit ook voor een studentenkamer, terwijl dat echt geen Frans woord is. Grappig hoe dit vanuit het Nederlands naar het (Belgisch) Frans doorgesijpeld is.
Over dit onderwerp heeft ook Marieke iets te zeggen:
Toen ik in Vlaanderen ooit op zoek was naar een kamer in mijn studententijd, kwam ik in een café een briefje tegen tussen de opgeprikte notities met kleine advertenties: ‘Kots te huur’… hilariteit alom!! (gàts)
Wat ik mij afvraag: zal het voor Vlaamse lezers van dat briefje duidelijk geweest zijn wat er bedoeld werd? Het officiële meervoud van ‘kot’ is namelijk ‘koten’. En ook in Vlaanderen heeft het woord ‘kots’ gewoon de betekenis van braaksel. (Dat toonde mijn Vlaamse vriendin onlangs nog toen we tijdens een tweekoppig coronathuisfeestje iets te veel Belgische biertjes hadden weggewerkt.)
Les 2. Ontneem een Nederlander nooit zijn kans om koffie te drinken
Lezeres Petra schreef het volgende:
Ook een verschil: bij de opening van onze winkel in België hadden we een receptie (vanaf 14:00). Wij wilden de koffie klaar zetten, maar onze partner zei: nee, we doen wijn (cava). Alle Belgische klanten vonden dat prima, maar de Nederlanders die kwamen wilden eerst koffie. Dus toch maar eerst koffie gezet.
Heerlijk, dat verschil tussen de sobere, calvinistische Nederlanders en de bourgondische Belgen! ‘Direct aan de drank? Wat een wilde extravagantie!’ zullen de Nederlandse klanten van Petra gedacht hebben. Het zou mij niets verbazen als ze er een suf koekje bij verwachtten. Eén koekje, niet meer. Het serveren van meerdere koekjes zou immers als een teken van ontembare vraatzucht opgevat kunnen worden.
Het enige waarmee de Nederlander los gaat, is het serveren van koffie. Vraag op een Nederlands verjaardagsfeestje desnoods een olievat vol koffie en het wordt zonder vragen de kamer binnengerold. Nederlanders drinken graag koffie, laten we het daar op houden.
Les 3. De Nederlander hecht belang aan het gewicht van zijn huis
Als ik het in België heb over een gebouw van 3 ton staan Belgen mij meewarig aan te kijken. Zij denken dat ik een gebouw van 3.000 kilo bedoel. Het begrip ton als synoniem voor 100.000 euro kennen de Belgen niet.
Het bovenstaande schreef lezer Marco in de commentaren.
Zijn opmerking klinkt herkenbaar. Ik herinner mij een van de eerste keren dat mijn Vlaamse vriendin bij mijn Nederlandse ouders was. Op een bepaald moment spraken we over huizenprijzen. Mijn vriendin vroeg ons na een paar minuten: ‘Waarom is het gewicht van een huis zo belangrijk in Nederland?’
Grappig natuurlijk. Uiteraard hebben we mijn vriendin minutenlang in de maling genomen. ‘Omdat de grond zo nat is in Nederland,’ vertelde ik haar met een stalen gezicht. Waaraan mijn moeder toevoegde: ‘Daarom mogen huizen in Nederland maar een bepaald gewicht hebben. Anders zakken ze de grond in.’
Les 4. ‘Straks’ is niet in ieder land even ver in de toekomst
Jonathan leerde mij dat het wijs is om niet zomaar ’tot straks’ tegen een kennis uit het andere land te zeggen:
In Nederland zeggen we ‘tot zo/straks’. Dan bedoelen we dat we elkaar over bijvoorbeeld 10 minuten weer zien of spreken. In België zeggen ze ‘tot sebiet’; bij ‘tot zo/straks’ verwachten ze je pas over enkele uren.
Toch een moeilijk ding, tijd. Ik gaf in mijn vorige artikel al het grensoverschrijdende verschil in betekenis tussen ‘voormiddag’ en ‘namiddag’ aan. Nu kan ik zelfs al niet meer ’tot straks’ tegen een Vlaming zeggen zonder er eerst mijn kop over te moeten breken! Pff…
Les 5. Vlamingen gebruiken dagdagelijks het woord dat ze het meest haten
Sinds ik een aantal jaren geleden ook voor Belgische (vooral Vlaamse) klanten ging werken, merk ik dagdagelijks — nog zo’n woord dat ik in Vlaanderen af en toe tegenkom en in Nederland bijna nooit — de boeiende, leuke en soms ook grappige taalnuances.
Christiaan W. Lustig noemt in deze reactie het woord ‘dagdagelijks’. Ik hoor dit woord bijna dagelijks hier in België. Dat is opmerkelijk, want schijnbaar hebben veel Vlamingen een aanzienlijke afkeer voor het woord ‘dagdagelijks’. Google maar eens op dagdagelijks lelijkste woord en je krijgt een lange lijst aan lelijkste-woord-verkiezingen waarin ‘dagdagelijks’ als één van de winnaars naar voren is gekomen.
Dus, Vlamingen, kunnen we nu eindelijk eens ophouden dat woord te gebruiken? Merci.
Les 6. Vieze woorden zijn niet overal vies
Marga van der Tol deelde een persoonlijke anekdote met ons:
In mijn jeugd hadden wij een caravan in België, in Turnhout om precies te zijn. Wat mij als eerste opviel was hoeveel betekenissen er in Vlaanderen aan het woord “aftrekker” gegeven worden. Wij in Nederland vinden een aftrekker iets vies, maar in Vlaanderen kan je er de toilet mee doorspoelen, de vloer mee wissen, en het heeft nog heel veel meer betekenissen.
Tja, Marga, wat voor een Nederlander vies klinkt, kan voor een Vlaming doodgewoon zijn. Maar andersom kan ik ook een voorbeeld noemen. Wanneer ik tegen een Vlaming zeg dat zijn hondje gerust in het park mag poepen, denkt hij dat ik zijn poedel wil aansporen tot een potje seks!
Les 7. Bereid je bij een sollicitatie in België voor op teleurstelling
Naar aanleiding van mijn vorige artikel ontving ik van een taalfanaat genaamd Eric een mailtje met enkele verwonderlijke taalverschillen. Eén van de woorden die hij noemde was ‘weerhouden’.
Eric schrijft:
“Weerhouden” betekent in België en Nederland het tegenovergestelde. De Vlaamse betekenis van dit woord is erg raar, als je erover nadenkt. En ik ben een Vlaming, moet je bedenken!
Om Erics opmerking te begrijpen moest ik mij even verdiepen in sollicitatieterminologie. Wat blijkt? Wanneer een Vlaams bedrijf tegen een sollicitant zegt: ‘U bent niet weerhouden’, betekent dit dat hij de baan niet gekregen heeft!
Ik ben het met Eric eens: dit klinkt volledig contra-intuïtief. Nu moet ik zeggen dat Nederlanders het woord ‘weerhouden’ nimmer gebruiken, maar als we het zouden gebruiken, zou ‘niet weerhouden’ betekenen dat je de job wél gekregen hebt.
Ik kan mij een dialoog voorstellen tussen een Nederlander die een sollicitatiegesprek heeft gehad bij een Vlaams bedrijf.
Nederlander: ‘U mag het mij eerlijk vertellen: ben ik aangenomen?’
Vlaams bedrijf: ‘Meneer, we zullen het u maar direct vertellen: u bent niet weerhouden.’
Nederlander: ‘Fantastisch! Erg bedankt!’
Vlaams bedrijf (verward): ‘Eh, graag gedaan?’
Deel jouw ervaringen
Ben jij een Belg die in het land van je noorderburen verzeild is geraakt? Of ben je een Nederlander die onder de Belgen leeft? Wat je achtergrond ook is, ik ben heel benieuwd naar je ervaringen op het vlak van Belgisch-Nederlandse taal- en cultuurverschillen. Deel je hieronder ervaringen. Zo leren de Frankwatching-lezers er ook iets van. En wie weet… misschien gebruik ik je opmerking als input voor een toekomstig artikel over Belgen en Nederlanders!