Niet elke website hoeft aan de European Accessibility Act te voldoen: zo zit dat

Niet elke website hoeft aan de European Accessibility Act te voldoen: zo zit dat

Paniek, verwarring en halve waarheden… De European Accessibility Act (EAA) is sinds 28 juni 2025 actief en leidt bij veel bedrijven tot onrust en frustratie. Er is sprake van verontwaardiging over het feit dat de richtlijn vooral gericht lijkt te zijn op commerciële websites en webapplicaties, en niet op alle digitale platforms. Waarom vallen grote websites met duizenden bezoekers niet onder de wetgeving? Anderen denken weer dat elke website en applicatie op basis van de EAA moet voldoen aan de WCAG. Maar er is een belangrijke nuance. Hoe zit het nou écht? Ik leg het je in dit artikel uit.

Op LinkedIn worden waarschuwingen gedeeld over boetes tot € 25.000 als je website niet toegankelijk is voor mensen met een beperking.

LinkedIn-post met waarschuwing over EAA-boete

Het internet staat bomvol met ongenuanceerde claims dat vanaf 28 juni 2025 elke website, elke app, elke webshop en elk digitaal platform aan de EAA moet voldoen. Maar klopt dit beeld wel?

Het korte antwoord: nee, niet elke website hoeft aan deze richtlijn te voldoen. Sterker nog, het doel van de European Accessibility Act (EAA) is niet eens toegankelijkheid.

Dergelijke berichten zijn misschien goedbedoelde waarschuwingen. Soms spelen daarbij commerciële belangen mee, bijvoorbeeld van bureaus die, op basis van de EAA-richtlijn, WCAG-trainingen of implementaties aanbieden. Anderen kopiëren en plakken zonder verder onderzoek en verspreiden op die manier de misinformatie snel, ook zonder bewust misbruik van commerciële kansen.

Wat is en hoe werkt de EAA dan wel?

Even vooraf: ik heb me grondig verdiept in de European Accessibility Act en de implementatie daarvan, en deel in dit artikel de inzichten die ik heb opgedaan. Dit stuk is bedoeld om context en nuance te geven, maar vormt geen juridisch advies. Ontbrekende of aanvullende perspectieven zijn altijd welkom.

De European Accessibility Act (EAA) is formeel een Europese richtlijn (2019/882) die op 28 juni 2019 in werking trad. Het is dus geen wet. EU-lidstaten moesten deze uiterlijk op 28 juni 2022 omzetten in nationale wetgeving. De verplichting tot uitvoering geldt vanaf 28 juni 2025 en is nu dus van kracht.

Dat omzetten in nationale wetgeving is in Nederland gebeurd via diverse wetten en beleidsregels.

Het doel van de richtlijn is het harmoniseren van regels voor digitale toegankelijkheid binnen de EU. De basis ligt echter niet in sociaal beleid maar in marktwerking, een belangrijk verschil voor organisaties om te begrijpen.

Het doel van de EAA: niet bevorderen maar gelijk trekken

De EAA is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Dit artikel stelt de Europese Unie in staat om wetgevende maatregelen te nemen die gericht zijn op het harmoniseren van nationale wetgevingen, met name op terreinen die direct van invloed zijn op de interne markt van Europa.

Dat is van belang, want zonder gemeenschappelijke kaders kunnen lidstaten zelf strengere, of juist minder strenge, toegankelijkheidseisen stellen. Dit zou kunnen leiden tot een ongelijk speelveld voor bedrijven binnen de EU.

Hoewel je bij een richtlijn als de European Accessibility Act zou verwachten dat toegankelijkheid het primaire doel is, ligt de juridische basis dus elders: bij marktharmonisatie. De EAA is opgezet om verschillende toegankelijkheidsregels binnen de EU gelijk te trekken, zodat bedrijven in alle lidstaten met dezelfde verplichtingen, en daarmee kosten, te maken hebben. Zo krijgen bedrijven gelijke investeringsverplichtingen en eerlijke concurrentiekansen binnen de interne markt.Toegankelijkheid is dus een belangrijk effect, maar niet de juridische kern van de richtlijn of het doel.

De European Accessibility Act is daarmee wél een zeer waardevol instrument voor digitale inclusie.

Voor wie geldt de EAA?

In tegenstelling tot wat veel berichten suggereren, geldt de EAA niet voor elke website of digitale dienst. De richtlijn is alleen van toepassing op specifieke commerciële producten en diensten. En dat komt doordat artikel 114 van het VWEU gericht is op het harmoniseren van de interne markt, met andere woorden: het draait om handel.

Websites waarop geen (directe) commerciële transacties met particuliere consumenten plaatsvinden, vallen dus buiten de reikwijdte van de EAA. Daarvoor ontbreekt ook de wettelijke bevoegdheid. Grote websites, zoals nu.nl, Tweakers.net, Shell.nl of Reddit vallen waarschijnlijk niet onder de richtlijn, omdat zij geen producten of diensten aanbieden die in de EAA zijn opgenomen.

Soms wordt gesteld dat ook alle nieuwswebsites en websites met advertenties, wat er enorm veel zouden zijn (vergelijkings- en affiliatewebsites), onder de EAA vallen. Dat klopt niet. Advertenties die via externe netwerken zoals Google Ads of affiliate-websites worden getoond, vallen niet onder de EAA. Anders ligt het bij platforms waar advertenties zelf de kern van de dienst vormen en waarbij betalingen plaatsvinden. Een platform als Marktplaats zou bijvoorbeeld wél onder de EAA vallen omdat er betaald moet worden voor plaatsing van advertenties en er een geïntegreerde betaalfunctionaliteit aanwezig is tussen consumenten. In een situatie waarin uitsluitend gratis advertenties geplaatst kunnen worden en er géén betaalfunctionaliteit wordt aangeboden, zou Marktplaats waarschijnlijk niet onder de EAA vallen.

Nieuwswebsites vallen alleen onder de EAA wanneer zij een betaalde dienst aanbieden, zoals premium-artikelen of digitale abonnementen. Grote kranten zoals de Volkskrant, Telegraaf en NRC vallen dus in principe buiten de EAA, tenzij zij dergelijke betaalde toegang aanbieden.

Dit illustreert het doel van de EAA: de richtlijn is gericht op het harmoniseren van toegankelijkheidsvereisten voor commerciële producten en diensten binnen de Europese interne markt. Websites die geen betaalde of consumentgerichte diensten aanbieden, vallen buiten de scope.

Het is dus niet zo dat de richtlijn op een vreemde, gebrekkige of onredelijke manier is opgesteld, mits je het bekijkt vanuit het werkelijke doel: markt­harmonisatie, niet het afdwingen of bevorderen van toegankelijkheid.

Wat valt er dan wel onder, denk aan:

  • Webshops – van productpagina tot afrekenproces
  • Digitale klantenservices – contactformulieren, live chat, selfservice
  • E-books & e-readers – inclusief het aankoop- en leessysteem
  • Online ticketing – voor bioscopen, theaters, vervoer
  • Online bankieren – apps, portals, betaalautomaten
  • Smartphones & tablets – én hun software
  • Betaalterminals – bij kassa’s en in horeca
  • Mobiele apps van dienstverleners – zoals zorg of vervoer
  • Digitale platformen & marktplaatsen – zoals reserveringssites
  •  Computers en besturingssoftware – zoals laptops, desktops en operating systems
  • Audiovisuele mediadiensten – streamingplatformen, video on demand en tv-apps
  • Telecommunicatiediensten – spraak, messaging en internettoegang

Binnen de EAA draait ‘commerciële dienst’ niet om de aard van de organisatie, maar om de functionaliteit van de digitale dienst zelf. Vrijwel elk bedrijf is commercieel, maar dat betekent niet automatisch dat hun website onder de EAA valt. De richtlijn is vooral van toepassing wanneer er via het digitale platform ook daadwerkelijke commerciële interactie plaatsvindt, zoals een aankoop, reservering, betaling of zelfbediening door de klant.

Verkoop je bijvoorbeeld producten via een website, maar moeten klanten bestellen door te mailen of bellen, dan biedt je website waarschijnlijk geen commerciële dienst in de zin van de EAA. Het is dus niet de branche of het type bedrijf dat bepalend is, maar of de commerciële functie digitaal wordt uitgevoerd op het platform zelf. Portalen, software of webapps die uitsluitend gericht zijn op zakelijke klanten, zonder openbare toegang, vallen niet onder de EAA en ook micro-ondernemingen met minder dan 10 werknemers en <2 miljoen omzet kunnen eventueel vrijgesteld worden.

De richtlijn is vooral van toepassing wanneer er via het digitale platform ook daadwerkelijke commerciële interactie plaatsvindt, zoals een aankoop, reservering, betaling of zelfbediening door de klant.

Als jouw website een commerciële dienst levert aan consumenten (B2C) via een digitaal platform, dan is het verstandig om nu al te toetsen op WCAG 2.1 AA-naleving. Niet alleen om juridische risico’s te beperken, maar ook omdat toegankelijke websites beter presteren, een breder publiek aanspreken en inclusiever zijn.

Ben je een niet-commerciële website zonder directe transacties? Dan val je waarschijnlijk buiten de scope van de EAA. Maar ook dan kan digitale toegankelijkheid een bewuste (morele)keuze zijn, niet een opgelegde plicht.

Tenslotte heeft in Nederland meer dan 20 procent van de bevolking baat bij verbeterde digitale toegankelijkheid. Daarvan vormen ongeveer 2,5 miljoen mensen (15%) met een lichamelijke, visuele, auditieve of cognitieve beperking de primaire doelgroep.

Maar digitale toegankelijkheid is óók belangrijk voor ouderen, mensen met lage digitale vaardigheden, laaggeletterden, en mensen met tijdelijke beperkingen.

Laat je niet leiden door angst of onjuiste claims

Laat onderzoeken of jouw digitale platform daadwerkelijk onder de EAA of andere relevante regelgeving valt, en wat dat betekent voor je WCAG-verplichtingen.

Val je erbuiten? Ook dan is het de moeite waard om wél stappen te zetten richting digitale toegankelijkheid. Niet alleen vanuit moreel oogpunt, maar ook vanwege de commerciële voordelen: betere gebruiksvriendelijkheid, hogere conversie, sterkere SEO én een breder bereik. Een eerste stap hoeft niet veel te kosten, maar kan wél veel verschil maken.

Toegankelijkheid is voor jouw organisatie geen beperking, maar een kans.

Blog