De mens is een ideeënmachine

0

Het boek ‘The Selfish Gene’ (1976) van Richard Dawkins opent met de vraag waarom mensen bestaan. Op zoek naar een antwoord op deze vraag, valt Dawkins terug op de evolutietheorie van Charles Darwin. De twist die Dawkins er echter aan geeft, is dat hij niet naar het organisme als geheel kijkt, maar redeneert vanuit de genen waaruit het organisme is opgebouwd. Mensen en dieren zijn niets anders dan overlevingsmachines, robotvoertuigen die blindelings de opdrachten van hun genen volgen.

“We are survival machines – robot vehicles blindly programmed to preserve the selfish molecules known as genes.”

Aan het eind van zijn boek vraagt Dawkins zich af of naast de genen ook nog andere vormen van evolutie bestaan. Zijn er andere replicatoren die in staat zijn om zichzelf te variëren, te selecteren en te overerven? Volgens Dawkins is dit het geval. Naast de oersoep van genen, bestaat er nog een soep, die zo voor de hand ligt, dat we deze tot nu toe over het hoofd hebben gezien, namelijk de soep van de menselijke cultuur. Dawkins stelt voor om “het idee van een eenheid van culturele overdracht” een “meme” te noemen.  “Net zoals genen zich verspreiden in de genenpoel door te springen van lichaam naar lichaam via sperma of eieren, zo planten memen zichzelf voort in de memepoel door te springen van het ene brein naar het andere brein via een proces dat, in de breedste zin van het woord, imitatie kan worden genoemd.”

In 1986 verwoordde Dawkins het als volgt: “What lies at the heart of every living thing is not a fire, not warm breath, not a ‘spark of life.’ It is information, words, instructions. […] If you want to understand life, don’t think about vibrant, throbbing gels and oozes, think about information technology.” Fred Dretske, een filosoof die zich richt op het gebied van zelfbewustzijn, verwoordde het in 1981 reeds op een andere manier: “In the beginning there was information. The word came later.”

De mens is een ideeënmachine

In eerste instantie werd weinig aandacht geschonken aan de theorie rondom memen. Het was de filosoof Daniel Dennett die met zijn boek ‘Darwin’s Dangerous Idea’ (1995) de basis legde voor een compleet nieuwe wetenschap, genaamd memetics. In zijn boek toont Dennett aan dat de logica van Darwin zich laat vertalen in een allesomvattend algoritme dat op ieder systeem van toepassing is. Als er ‘iets’ is dat gekopieerd wordt met variatie en dat ‘iets’ wordt geselecteerd, dan moet er ontwerp vanuit het niets opduiken. Universeel Darwinisme is`volgens Dennett “a scheme for creating Design out of Chaos without the aid of Mind”.

Susan Blackmore is één van de grote kartrekkers van deze wetenschap. Met haar boek ‘The Meme Machine’ (1999) zette zij deze nieuwe wetenschap definitief op de kaart. In het voorwoord van haar boek, geschreven door Richard Dawkins zelf, schrijft Dawkins dat hij nooit voor ogen heeft gehad dat imitatie zo belangrijk is:

“But is it really credible that imitation could become the basis of a major theory of the evolution of the human mind and the explosive inflation of the human brain, even of what it means to be a conscious self? Could imitation have been the key to what set our ancestors apart from all other animals?”

Accepteer cookies

Genen, memen en temen

In haar verhaal neemt Blackmore ons mee terug in de tijd. Tot diep in de oertijd, tot op het punt waarop mensen de taal uitvonden. Zo’n 50.000 jaar terug begonnen de mensen met elkaar te communiceren door het uitwisselen van geluiden. Dit was het startschot van een wapenwedloop tussen genen en memen. De genen streden voor een klein economisch brein. De memen parasiteerden het menselijke brein en maakten zich sterk voor een alsmaar groter brein om zichzelf te kunnen kopiëren. Of zoals Dennett het verwoordt “It is ideas that hijack our brains”. In plaats van de mens uit te roeien ging de memenparasiet een symbiotische relatie aan met zijn vehikel. De mens werd hiermee zowel een genenmachine als een memenmachine. Het feit dat mensen opgezadeld zitten met een groter brein, is volgens Blackmore een direct gevolg van deze strijd.

Susan Blackmore gaf in februari 2008 een presentatie op TED waarbij ze een derde replicator introduceerde. Deze noemt zij technologische memen oftewel temen. Het zijn memen die zich niet van brein naar brein voortplanten, maar van computer naar computer. De mens heeft deze temen zelf in het leven geroepen. Mensen hebben deze nieuwe vorm van evolutie zelf gestart. Hiermee is volgens Blackmore Pandora’s doos geopend. Wederom zal er een wapenwedloop ontstaan, ditmaal tussen de genen/memen en de temen. Blackmore ziet de toekomst somber in. Zij denkt niet dat de mens deze strijd zal winnen.

En dit is vreemd. Net zoals er tussen genen en memen een symbiotische relatie ontstond, waarom kan een soortgelijke relatie niet ontstaan tussen de genen, de memen en de temen? De vraag die deze nieuwe symbiose oproept, is wederom wat de invloed zal zijn op de hersenen van de mens. Welke verandering zal de temenparasiet teweegbrengen in ons brein? Volgens de wetenschap worden grote delen van het menselijk brein nog onbenut. Zal de temenparasiet deze leemten innemen? En zo ja, hoe zal dit ons denken beïnvloeden?