Innovatie

Wat betekent de digitale revolutie voor media?

0

Waar gaat het heen met de media en hoe zou je je (toekomstig) mediamaker moeten voorbereiden op de toekomstige veranderingen binnen het medialandschap? Termen als crossmedia, transmedia en gamification zijn niet meer weg te denken uit de online branche. Maar wat heb je er in de praktijk aan?

Het boek ‘Mediastorm‘ van Erik van Heeswijk, hoofdredacteur van VPRO Digitaal, beschrijft een storm van windkracht 10 die op ons af komt. Een zogeheten mediastorm: soms lijkt het rustig, maar er is sprake van stilte voor de storm. Van Heeswijk beschrijft de stand van zaken van dimensies die impact hebben op de digitale revolutie zoals de ‘grote bewegingen’, de consequenties voor het produceren van media, nieuwe verhoudingen met het publiek en de kracht van interactie. Ook wordt er gekeken naar het feit dat media meer dan ooit maatwerk zijn geworden. Vervolgens wordt er ingegaan op nieuwe businessmodellen die daar bij horen.

Convergerende media

Televisie, radio, mobiele telefonie en internet smelten samen; waar we vroeger aandacht voor ‘maar’ één medium hadden, is het nu zo dat mediamakers strijden om onze aandacht op meerdere platformen en meerdere devices. Op je smartphone kijk je een tv-programma terug en op je tablet laat je je vakantiefoto’s aan vrienden zien. Van Heeswijk geeft dan ook aan:

“Maar naar welk punt groeien de digitale media dan? Komt er een apparaat dat alles overneemt en de anderen overbodig maakt?”

Betekent dat inderdaad dat we over een aantal jaar maar één device bezitten dat ons op al onze wenken bedient? Volgens Van Heeswijk is dat voor een belangrijk deel theorie. Wat je ziet is dat apparaten allemaal hun eigen specialisme en context hebben en daardoor allemaal een eigen functie. We kunnen overal, waar en waneer we maar willen, artikelen lezen en fragmenten bekijken. Deze bezigheden hebben allemaal een eigen moment op een dag en we zitten niet meer ‘vast’ aan het apparaat wat daar, traditioneel gezien, bij hoort. De apparaten, en daarmee ook de gebruikers, worden steeds flexibeler.

Alles loopt daardoor door elkaar heen en mediamakers zien hun materiaal steeds meer terug op andere platformen dan waar het in eerste instantie voor bedoeld was; mediamakers zijn als het ware gedwongen tot een bredere distributiestrategie. Van Heeswijk waarschuwt wel dat je moet zorgen dat je materiaal niet contextloos wordt doordat je het via verschillende media verspreidt. Je staat voor de strategische keuze: maatwerk of het ‘voor alle kanalen geschikt’-materiaal. De spanning tussen deze twee verandert de werkwijze van mediamakers en bedrijven onderling. “Maar“, zo zegt van Heeswijk, “hier komen juist de mooiste succesvolle multimediale strategieën uit voort.”

Wat is er veranderd?

Voornamelijk de verhouding met het publiek; van eenrichting naar tweerichtingsverkeer. Er is sprake van interactie vanuit én met het publiek en het publiek is zelfs een prosumer geworden. Dat komt volgens Van Heeswijk allemaal omdat de media nu veel prominenter aanwezig zijn en dat wordt versterkt door termen als snelheid, schaalgrootte, toegankelijkheid en communityvorming. Media in de 21e eeuw bevinden zich op een heel ander niveau dan ‘vroeger’. Met de komst van user generated content kun je jezelf afvragen: hebben we eigenlijk nog wel ‘echte, professionele aangestelde’ journalisten nodig? Door nieuwe technologieën kan iedereen zelf zender worden. Hier komen de optimisten en de pessimisten om de hoek kijken. De optimisten zijn van mening dat de verstuurde boodschappen door de onafhankelijke zender ongefilterd en daardoor puur zijn. Pessimisten geloven in het belang van professionele journalistiek en vrezen voor het feit dat je straks geen enkele boodschap meer kunt vertrouwen. Ook hier is er sprake van een spanningsveld. Van Heeswijk geeft aan dat er drie maatregelen zijn die dit spanningsveld kunnen doorbreken:

  • Focus
  • Compartimenteren
  • Aandacht
Deze maatregelen kunnen het verschil maken om als mediamaker toch de regie te (be)houden en tegelijkertijd het publiek te betrekken bij je programma. In het boek worden deze maatregelen nader toegelicht.

Overhypte begrippen

Multimedia, crossmedia en transmedia; het zijn veelgehoorde termen op congressen. Iedereen heeft een andere definitie, maar niemand kan uitleggen wat de termen precies inhouden. De termen hebben te maken hebben met de aanwezigheid op verschillende platforms. Volgens Van Heeswijk gaat het over de verspreiding van verhalen op verschillende platforms en niet zo zeer over interactiviteit of verdienmodellen (daar ligt in ieder geval niet het zwaartepunt van de begrippen). Van Heeswijk geeft aan dat het verschil ‘m meer zit in de manier waarop de verschillende platforms bediend worden. Het hoofdstuk over dit onderwerp licht verder elk begrip verder toe aan de hand van voorbeelden.

Het is een complex geheel, dat staat buiten kijf. Moeten we dan ook echt wat met de begrippen doen omdat iedereen dat roept? Verplicht is het zeker niet, maar het kan je als mediamaker wel helpen om je materiaal zo goed mogelijk te distribueren en daarnaast kan het ook nog eens commercieel interessant zijn om bijvoorbeeld een ‘multimediale’ strategie te hanteren, mits relevant voor de doelgroep. Hierbij is het belangrijk dat je verwijzingen maakt naar de verschillende platforms. Hierbij staan een aantal punten centraal:

  • Op het juiste moment doorverwijzen
  • Kom met een specifieke boodschap
  • Is de boodschap niet te moeilijk? Kan deze goed onthouden worden?
  • Maak de boodschap actief en persoonlijk

Aan de hand van een ‘menu’ licht Van Heeswijk in het boek toe hoe je tot een werkbaar cross- of transmediaal recept kunt komen.

Verdienmodellen

Kranten zien het aantal abonnementen dalen en daarmee ook hun omzet. Aan de andere kant zien bedrijven als Spotify het aantal abonnementen stijgen. Dat kranten ook steeds vaker digitale abonnementen aanbieden is een logische ontwikkeling. Hoe zien de verdienmodellen er in de toekomst uit? Van Heeswijk benoemt er vier:

  • Brandend content
  • Leadgeneratie
  • Privacy als betaalmiddel
  • Groepsmodellen
Volgens Van Heeswijk zullen we in de toekomst ‘ruw bestookt’ en ‘subtiel gemanipuleerd’ worden en zal de noodzaak om als ‘weerbare en mondige burgers’ op te treden alleen maar groeien.

Toekomst van de media

Hoe zal de (individuele) mediamaker om moeten gaan met media die steeds hyperpersoonlijker en socialer worden en voortdurend veranderen? Media zullen zich, volgens Van Heeswijk, vermengen met techniek en biologie. Blijf nieuwsgierig is zijn advies! Blijf ook up to date, toon interesse in je vakgebied. Hou de storm in de gaten.

Conclusie

De mix van onderbouwingen en voorbeelden in vorm van cases maken het tot een mooi en inspirerend geheeld. Het is een boek voor (toekomstige) professionals die werkzaam zijn in de online wereld maar ook in dat van omroepen, kranten en tijdschriften. Het boek geeft een duidelijke weergave van de veranderingen van media en welke ontwikkelingen daarbij horen. Het boek is niet speciaal voor studenten geschreven, maar is desondanks wel zeer geschikt voor studenten. Sommige hoofdstukken worden (digitaal) ondersteund met trainingsmateriaal.

Titel: Mediastorm
Auteur: Erik van Heeswijk
Uitgever: Boom Lemma Uitgevers
Jaar: 2012
Nummer: EAN 9789059318472
Mediatype: boek (146 pagina’s)
Prijs: € 23,50
Bestellen: via Managementboek (aff), Boom Lemma en andere online boekwinkels