Content

Wees gerust: ‘groter als’ is gewoon een taalfout

0

Ik weet niet hoe de Nederlandse lezers van Frankwatching de afgelopen week beleefd hebben, maar ik als copywriter in het exotische Antwerpen kreeg de schok van mijn leven. Nationale kranten als Het Laatste Nieuws en De Standaard kondigden aan dat de grammaticaregels van de Nederlandse taal versoepeld zijn. En dat constructies als ‘groter als’ en ‘nooit geen’ vanaf nu correct zijn.

Alle braakneigingen zijn echter onterecht, zo blijkt na onderzoek. Taalzeikerds zoals ik mogen gerust zijn: deze fouten blijven fout. Maar wat is er dan wél aan de hand?

Wat de kranten schreven

Als we de Vlaamse media mochten geloven, waren de volgende vier taalfouten per direct niet meer fout:

  1. Groter als‘: om een overtreffende trap te maken, mag je nu ‘groter dan’ én ‘groter als’ gebruiken.
  2. Hen‘: ‘Ik heb hen een boek gegeven’ kan voortaan. Vroeger werd alleen ‘Ik heb hun een boek gegeven’ als juist gezien.
  3. Dubbele negatie: de dubbele ontkenning ‘Hij heeft nooit geen geld’ is geen taalfout meer.
  4. Een ‘hele’ grote auto: sommige bijwoorden mogen we nu wel verbuigen. ‘Een hele grote auto’ is nu even correct als ‘een heel grote auto’.

Waarom de kranten dit schreven

De boodschap dat die taalfouten vanaf nu goed zijn, was echter niet meer dan een onzorgvuldig stukje journalistiek. De media in ons Belgenlandje hadden een nieuwe versie van de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) fout geïnterpreteerd. Dit boekwerk, dat ook een online versie heeft, is een uitvoerige beschrijving van de Nederlandse grammatica. De ANS is dit jaar voor het eerst in 24 jaar aangepast. Het referentiewerk werd voor het eerst in 1984 gepubliceerd en kende, tot dit jaar, slechts één update − in 1997. Taal evolueert, dus het was aan herziening toe.

Het is die herziening die de media in de war heeft gebracht, want in die nieuwe uitgave worden inderdaad termen als de dubbele ontkenning en ‘groter als’ vermeld.

Een cruciaal aspect zagen de media echter over het hoofd: de ANS laat slechts zien welke taalconstructies er in de praktijk worden gebruikt en dus niet wat goed of fout is. De ANS is een beschrijvend boekwerk. Het dicteert geen regels.

Hoe het wél zit

Het blijft taalkundig fout om te zeggen ‘Ik ken de Nederlandse taal beter als Wim’. Evenmin keurt een leraar Nederlands het goed wanneer de leerling schrijft dat hij ‘nooit geen taalfouten maakt’.

Interpreteer de ANS niet als een document dat vertelt wat de Nederlandse taalregels zijn, dat is de boodschap van vandaag.

Moeten deze fouten goed gerekend worden?

Natuurlijk is het altijd een interessante discussie of dergelijke fouten niet gewoon écht goed gerekend moeten worden. Je kunt immers redeneren dat er een reden moet zijn dat ze zo vaak worden gemaakt. Marten van der Meulen kaartte dit al eens aan in zijn artikel op Neerlandistiek.nl.

Taal evolueert nu eenmaal. Mijn oom, die naar het lager onderwijs ging in de jaren 50, vertelde mij dat hij destijds ingeprent kreeg dat het woord ‘meerdere’ niet gebruikt mag worden omdat het een germanisme is. Hij diende ‘verscheidene’ te zeggen. Niemand hield zich hier in de praktijk aan en anno 2021 krijgt niemand meer de rillingen als dit woord wordt gebruikt. Als we vandaag gewoon zeggen dat ‘groter als’ goed is, zal dit besluit dan voor mensen in de toekomst niet meer dan vanzelfsprekend lijken?

En dubbele ontkenningen? Ach… in het Italiaans is het ook correct om ze te gebruiken. ‘Non ho mai‘ is een perfect correcte constructie in die taal, dus waarom niet in het Nederlands?

Aan de andere kant kun je zeggen dat het hek van de dam is als je iedere taalfout goed moet rekenen ‘omdat die nu eenmaal gemaakt wordt’. Waar trek je de grens? Ik lees graag jouw mening in de opmerkingen hieronder.