Content

Schrijven zoals je praat: 4 tips van een cabaretier

0

‘Als ik jouw teksten lees, lijkt het net of je gewoon naast mij zit, tegen mij te praten. Dat vind ik zo gaaf! Hoe kan ik dat leren, hoe heb jij dat gedaan?’

Deze vraag werd me laatst gesteld door iemand die mijn mails krijgt.

Heerlijke vraag, want wat mij betreft is dat het leukste, fijnste, mooiste van schrijven.

Hoe ik dat doe? En waarom het er toe doet?

Waarom schrijf je?

Die laatste vraag eerst: het klinkt misschien wat dom, maar je schrijft omdat je iets wil vertellen. Je wil dat dat de ander iets weet, iets snapt, een nieuw inzichtje krijgt, zich getroost voelt. Of gewoon dat iemand heel hard moet lachen om een grappig verhaal. Ik snap dat je nu niet nog meteen op ‘t puntje van je stoel zit, dit spreekt voor zich, ik trap hier een aantal open deuren uit de sponningen, ik weet het (ik zeg toch sorry!).

Hoewel? Op veel websites van allerhande bedrijven staan heel veel woorden, zinnen, blokken teksten en dan krijg ik nooit echt het idee dat het bedoeld is om iets te vertellen. Om echt te inspireren. Vaak is het heel erg moeilijk om te begrijpen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Vaak is het einde van een zin te halen, al een hele expeditie op zich, laat staan dat ik het einde van de webpagina haal, de meeste teksten zijn een hel. Verschrikkelijk!

Aandacht

Dus waarom is het belangrijk dat het ‘net lijkt of je gewoon naast iemand zit, alsof je tegen iemand praat’? Omdat je iets wil vertellen (en dat diegene het snapt en yeah, misschien wel van je wil kopen) en dat kan alleen maar als iemand luistert en iemand gaat luisteren, puntje van de stoel, al die aandacht heb je en wil je vasthouden, als iemand zich aangesproken voelt; alsof je echt tegen iemand praat. Stukje contact, zeg maar!

(even tussendoor: ik had me trouwens voorgenomen om heel aardig te doen dit keer. Nee, maar serieus, want ik ben heel lief, als mens, en vooral heel fijngevoelig enzo, maar ik heb ook een scherpe kant, en die – hoe zeg ik dat – die laat ik best wel vaak zien. Te vaak naar de smaak van een handvol mensen op LinkedIn. Goed. Ik ga aardig doen, dus. Die teksten zijn niet de hel. Oké? Maar verzin jij maar iets beters voor die onleesbare en onneembare woordenbrij.)

Hoe, hoe, hoe zorg je er dan dus voor dat je het gevoel creëert alsof je echt tegen iemand praat?

Daar moet ik nog best wel even over nadenken. En ik heb het ook al heel veel gedaan in deze blog tot dusver.

(Het wordt allemaal heel meta vanaf nu, ik waarschuw even!)

Hardop nadenken

In de vorige zin zit al een beetje een voorbeeld. Ik bedoel, de vorige vorige zin: ‘Daar moet ik nog best wel even over nadenken.’

Hardop denken. Niet meteen je antwoord geven, maar even zeggen wat je denkt of voelt.

Dat is een manier zoals ik het doe. Ik zeg dat er even zo bij, want het is geen wiskunde of wetenschap. Ik leg – misschien wel veel te expliciet, wie zal het zeggen – uit wat ik doe om een sfeer van zinderende intimiteit tussen jou en mij te creëren. Of nou, ja, zoals de vragensteller zegt: alsof ik naast je zit en ‘t gevoel krijgt alsof ik echt tegen je praat.

‘Daar moet ik nog best wel even over nadenken.’ Daarmee neem je mensen mee in je eigen denken. Dat is heel prettig, zo kan iemand je gedachten volgen. Snap je?

Vragen stellen

Een tweede manier die ik vaak toepas, dat is een vraag stellen. Had je dat al gezien? Dat ik dat doe? Meta meta dit wel, toch? Door dat te doen, pak je iemands aandacht er steeds weer bij.

Zo kun je ook een mail of een bericht openen. ‘Zo. Lekker thuis alweer? Wat een gezeik, hè? Vakantie. Oh? Je vindt het leuk. Prima. Ieder z’n voorkeuren.’

Hier suggereer ik dat de ander met mij mee praat. Want ik hoor in mijn hoofd dan iemand zeggen ‘oh, ik vind vakantie heerlijk!’ Dat verzin ik er allemaal bij, maar dat is dus het leuke: je weet dat er iemand leest toch? Die is er echt!

Haakjes

De 3e manier die ik kies om die ‘alsof ik naast je zit-sfeer’ te creëren is door zo nu en dan dingen tussen haakjes zetten. Ik doe het in dit stuk al een paar keer (ga maar even tellen, echt best vaak).

Het werkt. Als cabaretier doe ik, gejat van al mijn grote voorbeelden, ook terzijdes. Dat is hetzelfde als de tussenhaakjes op papier. Dus: je bent aan ‘t schrijven, je wil je punt maken, je zit heel inhoudelijk te doen, en dan ineens stap je even uit je verhaal en roept iets ‘waar je toevallig even aan moet denken.’

Dat breekt je verhaal op een prettige manier en je geeft een inkijkje wederom in je ziel.

Jij & jou

Tot slot zijn de belangrijkste woorden van elke tekst: jij en jou(w).

Je schrijft echt direct naar iemand. Je stelt je voor dat iemand aan de andere kant nu op de bank hangt en leest. En jij zit nu op ‘t toilet, dat weet ik, maar die bank was een voorbeeld.

Bonustip: mening, visie, voorkeur

En dan de bonustip: deel je mening, je visie, je voorkeur, je antipathie, je gevoeligheid, je emotie in je tekst.

Ik denk dat als je dat doet dat mensen ook intimiteit ervaren. ‘Ik vind dat dus niks.’ Of ‘Ik word daar heel blij van.’ ‘Ik vond dat zo vervelend! Ik voelde me helemaal in de steek gelaten!’

Vertel het de mensen. Je lezer. Die ene daar op de bank.

Door een standpunt in te nemen krijgt iemand een inkijkje in je leven. Door een gevoel te delen kunnen mensen met je mee voelen. En weet je: wat jij moeilijk, spannend of gênant vindt, er zijn altijd mensen die het herkennen. Dat is mijn laatste inzichtje: hoe openhartiger je bent, hoe meer je mensen raakt.

Door te roepen wat jij GEWELDIG vindt en helemaal CAQUE, trek je mensen aan die het met je eens zijn. Door je teleurstelling te laten zien (niet oprecht gaan klagen, dat doe je maar bij je partner, het moet wel vrijblijvend vormgegeven zijn, je bent op de bühne, je bent aan ’t performen) kunnen mensen met je mee voelen. En weet altijd: jouw pijn, verdriet, kleine en grote frustraties, er is altijd iemand getroost voelt omdat diegene niet de enige blijkt te zijn. Dat is al een hele opluchting.

Snap je?

Veel doen

Tot slot: dit goed kunnen is vooral een kwestie van heel, heel, heel veel schrijven. Heel veel doen. En daarna nog meer. Dus, hup, schrijven! Vertel je verhaal.