Op weg naar Televisie 2.0 (deel 3)

0

logo100×1001.jpgTelevisie gaat substantieel veranderen. Niet langer staat alleen het zenden centraal maar ook de inviduele wensen van de ontvanger. Zoals ook internet socialer wordt (Web 2.0), gloort er ook een Televisie 2.0 aan de horizon. In deel 1 werd achtereenvolgens aandacht besteed aan Massa TV (TV 1.0), Participatie TV (TV 1.1). In deel 2 werd dit vervolgd door TV 1.2 (On Demand), de overgang van analoog naar digitaal en TV 1.3 (Interactieve TV). In dit laatste deel komt alles samen in Networked Media.

Op weg naar Televisie 2.0 (deel 3)

Zoals eerder aangegeven zal het potentieel aan iTV kijkers de komende jaren gestaag groeien. Opdrachtgevers (adverteerders en programmamakers) die willen leren en innoveren, kunnen het beste nu in deze groeimarkt stappen.

De randvoorwaarden zijn er:

  • Consument heeft net een nieuwe TV
    Volgens Intomart gfK loopt Nederland voorop in Europa wat betreft de aanschaf van platte beeldschermen. Dit stimuleert de overgang van analoge naar digitale (en daarmee interactieve) televisie.
  • Nieuwe diensten worden uitgerold
    Diverse partijen bieden al eigen interactieve applicaties aan, zoals een EPG, games en video on demand.
  • Het is een bewezen succes
    Zoals aangetoond in het Verenigd Koninkrijk en België: iTV werkt. Adverteerders en programmamakers kunnen kijkers meer betrekken en actief laten participeren.
  • Hobbels worden opgelost
    Business modellen binnen de waardeketen moeten nog vorm krijgen, maar ook iTV zal op termijn ‘business as usual’ worden.

iTV luidt een interessante nieuwe fase in van televisie als medium. In dit artikel is het niet voor niets aangeduid als TV 1.3. Het is een stadium voorafgaand aan de weg naar Televisie 2.0.

Networked Media: the best of both

Televisie 2.0: Networked media

De sociale revolutie die inmiddels plaatsvindt op internet biedt interessante aanknopingspunten hoe de televisie er in de toekomst uit gaat zien. In de tot nu toe besproken vormen van televisie, is de rol van de zender slechts in beperkte mate veranderd: van lineair eenrichtingsmedium naar een aanbieder van on demand content. Wat ontbreekt is de sociale component als uitgangspunt: de relatie tussen gebruikers onderling.

Eind 2006 riep Time Magazine ‘You’ uit tot persoon van het jaar, omdat gebruikers samen betekenis en inhoud geven aan internet. Door te bloggen, taggen, linken en becommentariëren. In de interactie tussen gebruikers ontstaat de toegevoegde waarde.

‘Social media’-merken zoals Amazon (productaanbevelingen, meningen), YouTube (video’s), flickr (foto’s), last.fm (muziek), del.icio.us (links) en Microsoft hebben die boodschap goed begrepen en zetten hun merk en content in als platform waarmee gebruikers met elkaar waarde ontwikkelen.

X-Box LiveOp YouTube en flickr kunnen gebruikers hun video’s en foto’s delen en eindeloos browsen op basis van tags die anderen hebben aangemaakt. Del.icio.us en last.fm en doen hetzelfde, maar dan respectievelijk met links naar websites en meningen over muziek. Middels haar online multi-player platform X-Box live maakt Microsoft het mogelijk voor 5 miljoen gebruikers in 34 landen om online games met en tegen elkaar te spelen, te chatten (via het scherm of een headset) en extra content te kopen op X-Box Live Marketplace. X-Box Live werd nota bene al geïntroduceerd in 2002, vér voor de Web2.0 revolutie. Het succes ervan zal een belangrijke bron zijn geweest voor de ontwikkeling van de ‘Live’ visie die inmiddels is doorvertaald in alle producten van het concern: Windows Live, Office Live, Live Mail, Live Messenger, etc.

Quote Jeff Jarvis in opiniestuk in The Guardian

Adverteerders en programmamakers kunnen hier waardevolle lessen uit leren, om zich zo voor te bereiden op een toekomst die komen gaat (beter: er inmiddels al is). Bij Televisie 2.0 gaat het niet langer exclusief om de aantrekkelijkheid van programma’s die wordt gemaakt door een selecte groep schrijvers, editors, regisseurs en producenten, maar ligt vooral ook besloten in de kracht van het netwerk. Er is simpelweg teveel content om alles te kunnen bekijken. De behoefte om vooral niets te willen missen blijft bestaan. Zeker wanneer dit als relevant wordt ervaren binnen de sociale kringen van een specifieke gebruiker.

Televisie 2.0 is Networked media: een combinatie tussen content en de mogelijkheden voor gebruikers om deze te populariseren. Gordon Cook van The Cook Report zegt het als volgt: “Content is not king, content is something to talk about.” Het bestaansrecht van Sellaband toont aan dat er heel veel goede content gemaakt wordt die niet of nauwelijks tot de top weet door te dringen. In mijn woorden: Content is king, maar alleen als het volk hem gekozen heeft. Gebruikers laten in toenemende elkaar weten wat wel/niet relevant is; soms weet iets of iemand door te breken naar de top, vooral dankzij de virale network effects.

In de praktijk betekent dit onder andere voor Televisie 2.0 applicaties:

  • Co-creatie
    Gebruikers kunnen een extra dimensie toevoegen aan televisieprogramma’s door deze aan te vullen, te remixen of te integreren met video’s, foto’s en commentaren. Ook kunnen gebruikers samen het verloop bepalen of meespelen.
  • Co-distributie
    Om de noodzaak van centrale servers te ontlasten en daarmee een betere Quality of Service (QoS) te kunnen garanderen, zullen peer-to-peer (P2P) oplossingen worden ingezet. Zie voorbeelden van Joost (“All the things you love about TV, fused with all the fun and interactive power of the internet”), Babelgum en Tribler. Gebruikers staan daarbij een deel van hun upstream-capaciteit ter beschikking aan het netwerk om zo content in een goede kwaliteit te kunnen bekijken. Naarmate de populariteit stijgt nemen de kosten voor de aanbieder af in plaats van toe.
  • Co-search
    Om video content toegankelijk te maken kunnen twee wegen worden bewandeld: door centrale toevoeging van beschrijvende meta-data vanuit de aanbieder (taxonomy) of door gebruikers zelf beschrijvende tags te laten toevoegen (folksonomy). Zowel voor hele programma’s als voor invididuele items. De EPG van de toekomst zorgt voor een fusie tussen beide bronnen.
  • Aanbeveling
    Bij het browsen door de EPG kunnen gebruikers zien wat relevant is (“Kijkers van dit programma, zagen ook …”). Dergelijke aanbevelingen kunnen voor iedereen inzichtelijk zijn, of alleen binnen specifieke gebruikersgroepen. Daarnaast moet hier gedacht worden aan de toevoeging van chatfuncties of persoonlijke mailboxen.
  • Personalisatie
    Televisie 2.0 is persoonlijk. De openingspagina verschilt tussen gebruikers. Via een web-based interface kunnen deze worden aangepast naar wens.

Een blik in de toekomst

Conclusie: TVolutie

Er dient zich een nieuw tijdperk voor televisie aan. Televisie evolueert van een zendergedreven, content-centrisch medium tot een platform met één of meerdere schermen die de gebruiker ervan verbindt met zijn of haar wereld. Een wereld waarin de mening van een gelijkdenkende gebruiker minstens zo belangrijk is als die van een programmamaker, schrijver of regisseur.

Hebben we het dan nog wel over televisie of over een PC in de huiskamer? Uiteindelijk worden het networked devices, elk met een of meerdere doelen en/of functies. In tegenstelling tot de eerste 50 jaar van televisie, komt de technologische ontwikkeling steeds meer in een stroomversnelling, met name gedreven door ontwikkelingen rondom sociale netwerken op internet.

Er is dus eerder sprake van een evolutie dan een revolutie. Nog nooit is het zo geweest dat een medium een ander medium volledig heeft vervangen (uitzondering van telegraaf en telex), hoewel er zeker grote verschuivingen hebben plaatsgevonden. Televisie verving de radio niet en zo zal internet ook de televisie niet compleet vervangen. Wél zullen we verschuivingen van het ene naar het andere medium krijgen en vooral ook interessante fusievormen tussen beide zien.

Kortom: de weg naar televisie 2.0 is een TVolutie.

Dit drieluik is een actualisering van een whitepaper die begin dit jaar door Clockwork werd gepubliceerd. De originele (niet geactualiseerde) versie is hier te downloaden in PDF formaat.

—//—

Richard van den Boogaard is expert als het gaat om de combinatie omroep en interactie. Sinds 1 februari 2009 is hij zelfstandig adviseur geworden in branded channels. Hiervoor was hij betrokken bij content sharing-projecten voor Rabobank op YouTube, Hyves en Brabants Dagblad.