Journalistiek 2.0: de meningen zijn verdeeld

0

Onder journalisten lijkt een soort tweedeling te zijn ontstaan. Aan de ene kant staan de Jan Tromps, die de journalist nog altijd als autoriteit zien en zuur kijken als ze over Twitter en bloggen praten. Aan de andere kant staan de Henk Blankens, die zichzelf als journalist herontdekken en wensen dat de journalistiek de functie van informatiemakelaar krijgt. De 2 kampen uitgelicht.

Kamp A: Tegen Journalistiek 2.0

 

I. Marc Josten – Eindredacteur KRO Reporter

“Nieuwe media omarmen betekent de dood voor de journalistiek.”

Ga je gang en experimenteer vooral, moedigt Josten aan. Maar, zegt hij er met een hoofdletter M achteraan: “In het proeflab mag de journalistieke onafhankelijkheid nooit uit het oog verdwijnen.” Over GeenStijl is Josten daarom onverbiddelijk: “Die doet er niet toe. Net als alle andere nietszeggende blogs trouwens.”

Toch ziet Josten ook een lichtpuntje in de interactieve nieuwsgaring. Mits goed ingezet kan die ook tot onthullingen leiden. Het liefst kijkt hij daarvoor af bij The Guardian; “De bonnetjesaffaire was een uitstekende interactie tussen redactie en achterban.”

II. Jan Tromp – Presentator Uitgesproken VARA en voormalig adjunct-hoofdredacteur van De Volkskrant

“De krant is eigendom van de redacteuren. En zo moet het ook blijven.”

Dat Christian van Thillo, uitgever van onder andere De Volkskrant, dagbladen wil transformeren in nichebladen vindt Tromp maar niks. AD een Sportkrant en Trouw de krant van ethiek en waarden? “Een slecht idee. Een nauwe blik is schadelijk voor de kwaliteit van de krant,” aldus Tromp. Wat dan wel? Als het aan Tromp ligt, pakken we allen de schaar om hem gepassioneerd in het dagbladpapier te zetten. “Ik bewaar stápels krantenknipsels. Heerlijk en bijna erotisch, dat geluid van die schaar door dat papier,” zo sprak hij onlangs op Radio 1.

Kamp B: Voor journalistiek 2.0, 3.0 en verder…

 

I. Henk Blanken – blogger & adjunct-hoofdredacteur Dagblad van het Noorden

“De journalistiek bestaat pas honderd jaar. Misschien hebben we ons vergist.”

Interessant punt van Blanken. Misschien zeggen we over 400 jaar wel dat al tijdens de eerste eeuw de journalistiek zijn autoritaire rol verloor. Wie weet. Daarbij vraagt Blanken zich af: “Hoeveel kwaliteitsjournalistiek is er eigenlijk nodig? Die vraag stellen we nooit, want we willen allemaal onze baan houden.” Waarschijnlijk een stuk minder als het aan Blanken ligt, die een stuk of 100 blogs bijhoudt, van zowel journalisten als niet-journalisten. “Ik heb behoefte aan een instrument dat mij vertelt welke blogs ik nog meer moet lezen. Ik wil weten welke blogs Jeff Jarvis leest. Ik heb behoefte aan informatiemakelaars.”

 

II. Jo Bardoel – hoogleraar Journalistiek en Media, Radboud Universiteit Nijmegen

“De oude journalistiek opereert met een Berlijnse muur om zich heen.”

 

Jo Bardoel vindt het maar gek dat journalisten zich sinds de komst van interactieve media zorgen maken over de-professionalisering. “Journalistiek is toch een open beroep?” Waarop hij er meteen bij zegt dat het tot nu toe allesbehalve een open beroep is geweest. “Journalisten opereren binnen gesloten organisaties, binnen CAO’s en binnen zekerheden van loonstroken, binnen de scheiding van redactie en directie en binnen redactiestatuten. Het zijn de Berlijnse muren van mediaorganisaties en journalisten zouden moeten jubelen nu dat allemaal wegvalt,” aldus Bardoel.

De 4 stellingen van Jo Bardoel

1. Er is geen sprake van de-professionalisering, maar van de-ïnstitutionalisering

Om uit te leggen wat hij hiermee bedoelt verwijst Bardoel naar Jane Singer, die in 2003 al schreef: “De fundamentele uitdaging voor traditionele journalisten in de online journalistiek gaat niet over geld of banen. Die gaat over professionaliteit.”

2. De garantie voor adequaat journalistiek handelen verschuift van organisatie naar professie

Een stelling die in het verlengde ligt van de eerste. “Journalisten werken niet langer massaal in een collectief, maar steeds meer als individu,” constateert Bardoel. “Doordat journalisten buiten organisaties werken, komt de nadruk meer te liggen op de professie en niet op de redactie en de organisatie.” En dat is dus een goede zaak, vindt Bardoel.

3. Om te overleven moet de journalistiek zich profileren

Hier pleit Bardoel voor een serieuze overweging van een keurmerk voor journalisten. Zo zou het terrein van burgerjournalisten die de regels van het vak oprekken en vaak zelfs negeren, inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Of, vraagt hij zich af, moeten we het aan de nieuwsconsument overlaten om zijn eigen oordeel van onafhankelijkheid te vellen?

4. Transparantie en verantwoording zijn goede middelen om de geloofwaardigheid van media en journalisten te herstellen

Opnieuw constateert Bardoel een verschuiving. Die van verantwoordelijkheid naar verantwoording. Hij ziet de journalistiek het liefst als een open keuken. “Er is een afnemend vertrouwen voor de media en de journalist. Transparantie en verantwoording kunnen de geloofwaardigheid herstellen.”

Waar sta jij?

Wat is de stand van de journalistiek volgens jou? Zit je in Kamp A of Kamp B? Hoe ziet de journalistiek er in de toekomst uit? En welke rol spelen wij, professionele- en burgerjournalisten hierin? Plaats je reacties onder dit artikel.

Een aftrap:

 

 

I. Speeltuin

Opgeleid als traditionele dagbladjournalist worstelde ik lang met het web. Online een reis boeken of een plaatje downloaden: graag. Maar stukjes tikken voor het internet? Ja da-ag. Ik hoopte dat internet 2.0 weg zou gaan, voor de journalistiek althans. Wat moest ik ermee? Totdat ik ging schrijven over die nieuwe, interactieve wereld. Over dialoog, delen en doorgeven. Wat een speeltuin, óók voor de journalistiek!

II. Weg met de nieuwskrant

Toen ik mezelf erop betrapte dat ik de papieren krant steeds vaker van achter naar voor las, kon ik de gedachte niet meer tegenhouden: misschien moesten de dagbladen er maar eens mee stoppen, met dat dagelijkse nieuws op papier. Kranten maken immers nauwelijks nog nieuws en digitale abonnees groeien harder dan papieren abonnees. Waarom stoppen met maandbladen zoals het fantastische M van NRC? Of de online tv-kanalen? Misschien moeten die wel juist blijven bestaan en kan de krant weg.

III. Houd alle media in eigen beheer

Volgens veel journalisten ligt de toekomst van de krant in de iPads en App Store. Maar daarin schuilt een groot gevaar. Apple speelt namelijk net zo goed voor uitgever, zoals Van Thillo bij de Persgroep controle over de redacties zou proberen te krijgen. Apple schroomt niet om censuur te plegen op content. We kennen het voorbeeld waarbij foto’s van naakte kinderen van een kunstenaar werden verwijderd. Daarom: om te voorkomen dat kranten concessies moeten doen aan het rotsvaste principe van onafhankelijkheid zouden ze alle media altijd in eigen beheer moeten uitgeven.

IV. Organisaties en bedrijven worden uitgever

Een veelgehoorde kritiek van bronnen is dat de media in de waan van de dag leven en nieuws en citaten gerust uit hun verband rukken. 2.0 biedt een oplossing. Iedereen kan nu zenden, zijn achterban direct aanspreken en deze uitnodigen voor dialoog en discussie. Creëer dus voor jezelf de ruimte om je verhaal te doen, sta open voor een gesprek en voor kritiek en vertrouw erop dat de achterban dan uiteindelijk zijn eigen oordeel velt.